Wandeling van Adlerblick naar Hohenaualm
- Heenreis
- Nassfelderache
- Wasserfallweg Badgastein
- Stubnerkogel en Stubneralm
- Fulseck de huisberg van Dorfgastein
- Gasteinerhöhenweg
- Reisdag naar het Zillertal
- Krummbachtal
- Rondwandeling Penken
- Achensee Prälatenbuch
- Hohenaualm (Klein Tibet)
- Lattenalm
- Dominikushütte Schlegeis Stausee
- Wasserfallweg Hintertux
- Terugreis
Donderdag 1 september. Vandaag maken we een wandeling in de Zillergrund. De Zillergrund is een zijdal van het Zillertal en bereikbaar voordat je Mayrhofen in rijd. Het dal is bereikbaar met een lijndienst welke vanaf het station in Mayrhofen vertrekt. Wij kiezen er voor om met eigen vervoer het dal in te gaan. Als particulier mag je met de auto rijden tot de parkeerplaats van Bärenbadalm. Hier vandaan rijden extra pendelbussen naar het hoger gelegen gasthof Adlerblick. In de zomer van 2008 hebben wij de wandeling van de alm naar het hoger gelegen Adlerblick al een keer gemaakt.
Zillergrund is een dal in de buurt van Mayrhofen. Het dal is bereikbaar via het plaatsje Brandberg. De weg in de Zillergrund is een tolweg. De “maut” bedraagt in 2011 € 7,00. Er worden totaal 100 personenauto’s toegelaten. Wanneer dit aantal bereikt is gaat de slagboom dicht. Het dal is ook per openbaar vervoer en taxibusjes bereikbaar. Met de personenauto kan je rijden tot de Bärenbadalm waar weinig parkeergelegenheid is. De lijnbus rijdt nog verder naar het hoog gelegen gasthof Adlerblick direct gelegen aan het stuwmeer. De tolweg kent een maximale steiging van 13%. Op vele punten is de weg één baan en is ervaring in de bergen noodzakelijk.
Dit keer nemen we eerst een kop cappuccino bij Bärenbadalm om ons daarna met de pendelbus naar boven te laten vervoeren. Bij gasthof Adlerblick start onze wandeling van vandaag. Onze bestemming is Hohenaualm ook wel het Klein Tibet van het Zillertal genaamd. De wandeling start met een tocht door de tunnel.
Als je uit de tunnel komt heb je een blik over het stuwmeer. Ergens aan het einde van het stuwmeer moet de Hohenaualm liggen echter we kunnen deze nog niet waarnemen.
Het pad is eenvoudig en verloopt af en toe glooiend. Onderweg komen we 2 afslagen tegen, bergop naar de Plauenerhütte. Wij mijden deze afslagen en lopen verder langs het stuwmeer. Vanaf de berg aan de zijkant stromen watervalletjes welke in het stuwmeer uit komen.
Ondanks dat het pad direct langs het meer loopt en je ver vooruit kan kijken is het niet saai, er is voldoende te zien aan natuurschoon. Ondanks dat we bijna aan het einde van het meer zijn, kunnen we de hut nog steeds niet ontdekken. Als we de Hohenaualm bijna genaderd zijn begrijpen we waarom, de hut is geheel in het landschap opgenomen.
Het laatste stuk van de één uur durende wandeling lopen wij al in de regen. Het regent niet hard maar aangenaam is het niet, het is kil. Op de Hohenaualm is het druk. Er zijn meerdere mensen die vandaag voor deze hut gekozen hebben. Binnen is geen plaats meer, op het terras te vochtig en te nat maar gelukkig is er ook nog een kleine opslagruimte waar de hüttenwirt een paar tafels in elkaar getimmerd heeft. Hier vinden we nog een plekje om warme chocomelk en thee te drinken. Diverse olielampen worden aangestoken waardoor het geheel wat gezelliger aandoet.
Natuurlijk moet de blaas geledigd worden. Het toilet is een ouderwetse put, in het Tirools wordt dit een Plumsclo genoemd, en staat een eind van de hut af. We begrijpen waarom er hangt namelijk een doordringende odeur, gelukkig geeft de website geen geur weer.
Wel heeft het toilet het mooiste uitzicht van de tot nu toe bezochte toiletten. Of je het met ons eens bent mag jezelf beoordelen aan de hand van onderstaande foto.
Na even gezeten te hebben gaan we dezelfde weg retour als de heenweg, een andere mogelijkheid is er namelijk niet op de wandelkaart. Hoewel als je naar de overkant kijkt lijkt het of er een pad loopt. Maar misschien is het een pad dat door het vee is gemaakt. Ook nu worden we weer verrast door de uitzichten. We lopen hetzelfde pad en toch lijkt het totaal anders. Langs het meer staan diverse bankjes om te zitten.
We arriveren bij Gasthof Adlerblick en overleggen met elkaar of we de bus terug nemen naar de Bärenbadalm of op ons gemakje doorwandelen naar beneden. Het gezelschap is het unaniem eens dat er nog voldoende energie is voor de afdaling.
De afdaling is een pittige, je gaat namelijk van 1900 meter naar 1450 meter. Op bergschoenen goed te doen maar je moet er niet aan denken om hier op gympies of sandalen te lopen. Daarnaast is het door de regen op sommige plekken verradelijk glad. Net als we dit tegen elkaar zeggen komen we een Nederlands echtpaar met hun puberzoon tegen. Zij zijn onderweg naar boven. Ze vragen hoe ver het nog is naar Adlerblick en laten ons weten dat ze het erg zwaar vinden. Niet zo verwonderlijk, pa en zoon lopen op gympies en moeders op haar zomersandalen. We spreken ze wat moed in en de geruststellende woorden dat je boven maar ook verderop aan de weg de bus kan nemen. Wij zijn inmiddels al een flink stuk gedaald en kijken achter ons waar we vandaan komen. Ook Adlerblick is goed in het landschap gecamoufleerd. Als je weet waar het ligt kan je deze ontdekken maar anders valt het absoluut niet op.
We zijn terug bij de auto en opnieuw begint het te miezeren. De bergschoenen worden uitgetrokken en voor we het dal verlaten lopen we toch weer Bärenbadalm binnen. Een lekkere cappuccino met daarbij een stuk taart gaat er na de wandeling wel in. Als we gezellig zitten in de hut merken we dat we net op tijd klaar zijn met onze wandeling. Grote regendruppels horen we buiten vallen maar voor ons maakt het niet uit. We hebben weer een geslaagde dag achter de rug De wandeling moeten we nog een keer overdoen maar dan met mooi weer want Klein Tibet moet ook eens bezocht worden met zonnig weer, wij denken dat dat zeker de moeite waard is.