Italië Pustertalradweg van Sillian naar Bruneck

Met afsteker naar Toblachersee en Dürensee

Vandaag dag 1 van onze tocht met eindbestemming Gardameer. Na het ontbijt zetten we de bagage in de hal. De bagage moet dagelijks om 09:00 uur klaar staan om afgehaald te worden. Als we om 08:45 onze fiets uit de garage halen en bij de ingang van het hotel onze fietsen in orde maken voor de tocht van vandaag, zien we dat de bagage al wordt opgehaald. Door de organisator van de reis, Donautouristik wordt geadviseerd om op de fiets wat kleding en medicijnen mee te nemen. Dit omdat het mogelijk is dat de bagage pas laat in het volgende hotel arriveert. De bagage kan tot 18:30 worden afgeleverd bij het hotel. Het is natuurlijk niet fijn dat als je in de loop van de middag in je hotel arriveert je niet de fietskleding uit kan doen. Dus wij nemen iedere dag een tasje met kleding mee. We pakken onze kleding in een packing cube van Reismonkey. De packing cube heeft als voordelen dat deze waterafstotend is en dat je de kleding compact vervoerd. Zie voor meer informatie Reismonkey.nl

Vandaag de eerste etappe Sillian naar Bruneck (Brunico) De routebeschrijving geeft de tip om een afsteker te maken naar de Toblachersee (Lago di Dobbiaco) en de Dürrensee (Lago di Landro)

Wanneer je de afsteker naar de beide meren maakt is de tour ongeveer 22,5 kilometer langer. Vanaf Toblach (Dobbiaco) moeten er 210 hoogtemeters extra overwonnen worden. Wij zijn van plan om deze extra kilometers te maken. Dit houdt in dat we deze dag een tocht van 70m km gaan maken. We zijn benieuwd hoe moe we aan het eind van de dag zullen zijn. Door het weer van de afgelopen weken in Nederland hebben we weinig kilometers gefietst en ook onze billen zijn niets gewend.

Vanaf Sillian gaat de route langs de rivier de Drau naar Innichen (San Candido) waar we de grens passeren. Al glooiend bereiken we Vierschach (Versciaco di Sopra) hier krijg je normaal gesproken de eerste blik op de beroemde berg de Drei Zinnen (Tre Cime di Lavaredo) maar deze steekt nog in de restbewolking. Hier gaat ook één van de vele kabelbanen het berggebied in.

Even later krijgen we vanaf het fietspad wel een heerlijke blik op de bergketen.

Je vraagt je misschien af waarom de topografische namen in het Duits en Italiaans staan? We bevinden ons in Süd Tirol (Alto Adige) waar twee talen gesproken wordt. Voor mensen in een publieke functie of overheidsdienst is het zelfs een verplichting dat je tweetalig bent, dit wordt door middel van een examen getoetst.

We arriveren in Tobblach (Dobbiaco). Tegenover het station staat een gebouw wat vroeger het modernste hotel van Europa was. Tegenwoordig zijn, in het prachtig gerestaureerde historische gebouw, een modern cultuur- en congrescentrum, een jeugdherberg, het natuurparkhuis, een muziekschool, de jeugddienst Hochpustertal, een bijscholingscentrum, sociale woningen en een vakantiehuis ondergebracht.

Langs de route zijn we nog geen gelegenheid tegen gekomen waar we onze eerste cappuccino van de dag kunnen drinken. We wijken een stukje van de route af en vinden een bakkerij waar we deze kunnen nuttigen.

Na de stop gaan we omhoog, al snel gaat het asfalt over in schotter (grind) maar er valt prima te fietsen.

We bereiken de Toblachersee (Lago di Dobbiaco). Het meer heeft een omvang van 4,5 kilometer en wordt gevoed door de rivier de Rienz (Rienza) die ontspringt aan de voet van de Drei Zinnen.

Bij het meer zijn een camping, een restaurant met groot terras aan het meer en een hotel-restaurant.

We fietsen verder, het is hier oppassen geblazen omdat het fietspad gedeeld wordt met de wandelaars die niet altijd goed opletten dat er ook fietsers onderweg zijn.

We bevinden ons overig op het fietspad naar Cortina d’Ampezzo onderdeel van de bekende fietsroute München – Venedig. Deze fietstocht staat bij ons op het lijstje om ook nog eens te doen.

Het fietspad loopt gestaag omhoog maar zorgt nergens voor problemen.

Langs de route ligt het onder monumentenzorg vallende soldatenkerkhof Nasswand. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen ongeveer tien miljoen soldaten om het leven. Voor de soldaten die in de bergen werden ingezet, brachten de bijzondere kenmerken van het Alpengebied veel gevaren met zich mee: er stierven meer mensen door lawines, vallende stenen, extreme kou, onweersbuien en andere natuurverschijnselen dan door vijandelijke wapens.

In de jaren tussen 1915 en 1917 bevond het belangrijkste oorlogsfront van de Oostenrijkers zich in het gebied Nasswand (tegenover de begraafplaats). Iedereen die in het ziekenhuis stierf, werd hier onmiddellijk begraven, naast de belangrijkste ziekenpost van de Oostenrijkers, zonder onderscheid tussen naties.  Zo ontstond de millitaire begraafplaats Nasswand.

Nadat Zuid-Tirol bij Italië was geannexeerd, nam het Italiaanse leger de taak op zich om de vele kleine begraafplaatsen aan de frontlinie samen te voegen tot enkele grotere. Tussen 1926 en 1938 werden de gesneuvelde soldaten herbegraven. De lichamen van verschillende nabijgelegen begraafplaatsen werden overgebracht naar de militaire begraafplaats Nasswand.

1.259 vonden hun laatste rustplaats op de militaire begraafplaats Nasswand. Op de toentertijd opgestelde gravenlijst stonden 268 Russen, 147 Serviërs, 145 Polen, 121 Hongaren, 114 onbekenden, 45 Roemenen, zeven Slovenen en één Belg.

Na ons bezoek aan het indrukwekkende monument gaat onze tocht verder.

Het gaat verder langs de rivier de Rienz (Rienza).

We naderen een omleiding. Het fietspad is afgesloten vanwege omgevallen bomen door het hoge water en modderstromen van de afgelopen periode. We moeten daardoor een behoorlijk stuk over de SS 51 rijden samen met het drukke autoverkeer. Niet prettig.

De omgeving is prachtig, het is de omweg zeker waard.

We komen op het bekende punt waar iedereen stil staat. Hier heb je een prachtige blik op de Drei Zinnen (Tre Cime)

Vanaf het uitkijkpunt is het nog maar een klein stukje tot aan de Dürrensee (Lago di Landro) het punt waar we omkeren.

We keren om en beginnen aan de afdaling.

Het fietspad waar we op rijden was vroeger een spoorbaan. De geschiedenis wordt verteld in een locomotief. Het traject werd aangelegd om de gevechtstroepen te bevoorraden.

Langs het fietspad staan diverse objecten die herinneren aan de 1e wereldoorlog en geven informatie wat zich hier afgespeeld heeft.

We komen weer terug bij de Toblachersee (Lago di Dobiacco) waar we met bovenstaand uitzicht op het terras van Seerestaurant nog een cappuccino gebruiken.

Na de lange afdaling zijn we weer beneden en vervolgen onze weg over de Pustertalradweg. We komen langs de Olangersee (Lago di Valdaora).

Het meer is een stuwmeer en werd in 1958 in gebruik genomen. Het meer heeft een oppervlakte van 44 hectare beslaat. Het ligt naast de rijksweg en damt het water van de Rienz en zijn zijrivieren (Antholzer Bach, Brunstbach, Furkelbach en Wielenbach) af, zodat de waterkrachtcentrale Bruneck-Olang energie kan opwekken. De capaciteit bedraagt ​​4.800.000 m³ water.

Er volgt nog een kleine stijging naar Oberolang (Valdaora di Sopra)

Er volgt weer een lange afdaling voordat we al slingerend Bruneck (Brunico) bereiken.

In het centrum van Bruneck (Brunico) genieten we op een terras van een toast met frisdrank. Daarna gaan we ons hotel opzoeken.

We verblijven in hotel Post. Het hotel staat midden in het centrum, de oude stad is lopend te bereiken.

Nadat we ingecheckt hebben en de e-bikes in de parkeergarage gestald, zoeken we de kamer op.

De kamer is keurig maar dat mag ook wel voor een 4* hotel.

In de badkamer beschikken we over een ligbad hier maken we beiden gebruik van om de spieren te ontspannen.

In het centrum eten we ’s avonds heerlijk op een terras bij een pizzeria. Er zaten veel Italianen op het terras, over het algemeen een teken dat het een goed restaurant is. 70 km fietsen, het is ons meegevallen, we zijn niet overdreven moe, de beenspieren en onze billen zijn na het ontspannen bad zonder noemenswaardige pijntjes. We gaan bijtijds naar bed. Morgenochten om 09:00 uur moet de bagage weer klaar staan.