De dierentuin van Innsbruck een aanrader bij minder weer
- Heenreis met stop op camping Aumühle en camping Christophorus
- E-bike tour Achenkirch naar Graimai Alm en retour
- Schmirntal Kalte Herberge
- E-bike tour Scharnitz naar de Isar Ursprung en retour
- E-bike tour rondje Mayrhofen
- E-bike tour Fügen naar Schwaz en weer retour
- Innsbruck Alpenzoo
- Pumafalle vanuit Gschnitz
- E-bike tour vanuit Westendorf
- Hintersee aan de Felbertauernstrasse en Mittersil
- Terugreis met stadsbezoek Wertheim
Het is zaterdag, inmiddels hebben we al twee regendagen achter de rug. Omdat de meteorologen voor vandaag opnieuw een aantal regenbuien voorspellen laten we de e-bikes in de stalling staan en rijden met de auto naar Innsbruck. We parkeren de auto in de parkeergarage bij het congresgebouw. Hier staan we op korte afstand van het station van de Hungerburgbahn. Met de Hungerburgbahn kun je naar het dalstation van de kabelbaan naar de Nordkette. Vanaf de Nordkette heb je een prachtig uitzicht op Innsbruck en de omringende bergwereld tot in Italië. Dat is niet waar we vandaag heengaan. We hebben gekozen om naar de Alpenzoo te gaan. De Alpenzoo is ook met de auto bereikbaar maar het aantal parkeerplaatsen is beperkt dus daarom onze keuze voor het parkeren in de stad. De Alpenzoo ligt op een zuid helling. Het is dus bij minder weer een leuke uitstap.
De Hungerburgbahn is een moderne tandradbaan gebouwd in 2007 en loopt van het ondergrondse dalstation in Innsbruck centrum naar de wijk Hungerburg welke op de zuidhelling van de Nordkette ligt. Hier kan je overstappen op de gondel welke naar de Seegrube gaat. Bij de Seegrube stap je nogmaals over om de Hafelekar te bereiken. Je komt dan op de “Top of Innsbruck” op 2256 meter.
Wij stappen uit bij de halte Alpenzoo, vanaf hier loop je in ongeveer in 10 minuten bergopwaarts naar de ingang van de Alpenzoo.
Het station ligt hoog boven de voetgangersweg en is voorzien van een lift.
Vanaf de ingang van de Alpenzoo heb je een prachtige blik over Innsbruck.
In de verte zien we de Olympische springschans, hier waren we in zomer 2020 na onze wandeling met Martin en Christine in het Stubaital. Lees hier meer. Een bezoek aan de springschans staat nog steeds op het to-do lijstje.
We komen aan bij de ingang van de Alpenzoo, we hoeven niet in de rij voor een entreebewijs. Bij het dalstation van de Hungerburgbahn hebben we een combiticket gekocht. Voor Euro 19 per persoon mag je heen en terug met de Hungerburgbahn vanuit het centrum naar de halte Alpenzoo en heb je toegang tot de Alpenzoo.
Het is gelukkig droog maar tijdens ons bezoek aan de Alpenzoo worden we nog “getrakteerd’ op een regenbui.
Wij kozen, omdat we dachten dat er weinig parkeerplaatsen direct bij de Alpenzoo waren, ervoor om de auto in een parkeergarage in het centrum te parkeren. Achteraf bleek er voldoende plaats te zijn en hadden we bij de ingang van de Alpenzoo kunnen parkeren. Naar onze mening is het verstandiger om de auto in de parkeergarage te parkeren. Daarnaast kun je dan als je dat wilt, na het bezoek aan de Alpenzoo of de Nordkette nog even de Altstad van Innsbruck in gaan. De Altstad is op 5 minuten loopafstand van de parkeergarage bereikbaar.
De dierentuin is gelegen op een helling en de paden zijn voor het grootste gedeelte geasfalteerd. Een deel van de rondgang gaat over trappen. Een complete rondgang duurt ongeveer 1,5 a 2 uur. In de dierentuin zijn alleen dieren te zien die in de Alpen leefden of nog leven. Om alle dieren te zien is er een looproute uitgezet.
De dwergmuis leeft maar kort. Ze worden maximaal 1 jaar oud. Na drie weken verlaten ze het nest, de vrouwtjes zijn als ze drie weken oud zijn alweer vruchtbaar en kunnen in een jaar tijd 5 a 6 keer bevallen. De draagtijd is maximaal 21 dagen. De grootste vijanden van de dwergmuis zijn de ringslang en de kleinere roofvogels. De dwergmuis houdt geen winterslaap maar verblijft dan in zijn nest welke twee uitgangen heeft tegen de vijanden.
Aquarium en Terrarium
Doordat reptielen koudbloedig zijn leven er slechts 24 reptiel-soorten in de Alpen. De reptielen leven in 8 ruime terraria en worden getoond in de plantenwereld waarin zij ook in de Alpen leven. De verblijven zijn naar Zuidoosten gesitueerd en worden daarom door de ochtendzon verwarmt.
In de Alpenzoo is het grootste koud water aquarium van de wereld. In het aquarium bevinden zich 80 voor een deel uiterst zeldzame vissoorten.
De krooneend stamt oorspronkelijk uit midden Azië maar verblijft sinds 1930 ook in Europa. In de Alpen is de eend in de winter te gast. Het mannetje heeft een opvallende roodbruine kop en een opvallend rode snavel. De vrouwtjes zijn overwegend bruin en grijs. Krooneenden nestelen afwijkend van andere eenden gezamenlijk op één nest. Hierdoor kunnen wel 12 eieren op één nest liggen.
De boommarter kan van boom tot boom een afstand van 3 meter overbruggen. Echter verblijft ook een groot deel van de dag op de bodem. De boommarter mijdt in tegenstelling tot de steenmarter de mens en verblijft het liefst in uitgebreide bossen. De boommarter voedt zich hoofdzakelijk met muizen maar achtervolgt ook regelmatig een eekhoorn. In de Alpenzoo is het al een aantal keren gelukt om de dieren in gevangenschap te laten bevallen. De strepen op de foto zijn een weerkaatsing in het glas.
In de dierentuin zijn bij de “kijkstal” hekken geplaatst in oud Oostenrijkse stijl, Het “staketenzaun” vertaling ingezet hek. Het hek komt veelvuldig voor in Tirol en is gemaakt van Larikshout en is onderhoudsvriendelijk en heeft een lange levensduur.
Het tweede hek wat je ziet is het Schrägzaun ook wel Hagzaun genaamd. Deze techniek om een hek te bouwen wordt van generatie op generatie overgedragen.
In de “kijkstal” zijn 3 rassen van de geiten vertegenwoordigd.
Ook zijn er varkens, schapen, runderen en kippen. De dieren kunnen vrij rondlopen.
In een grote voliere vinden we de kaalkopibis. Deze imposante vogel komt tegenwoordig alleen nog maar voor in Marokko, Turkije en Irak. Het blijft bijzonder om deze vogels zo vrij te kunnen bewonderen.
Met de lange spitse snavel verdedigt de vogel zijn nest tegen soortgenoten. De gevechten lijken heftig maar doordat de snavel niet scherp is ontstaan er geen verwondingen.
De monniksgier is een aaseter alleen in de zomer als er weinig aas is eet deze ook schildpadden en hagedissen. Het is de Alpenzoo meerdere malen gelukt om de gieren jongen te laten krijgen wat in gevangenschap zeldzaam is.
De lammergier is de grootste vogelsoort in de Alpen. Deze was uitgestorven in de Alpenlanden. Dankzij het fokprogramma van de Alpenzoo is deze weer in de vrije natuur te bewonderen. Sinds 1973 zijn er 30 stuks in de dierentuin geboren. In 1986 werd het eerste paartje vrij gelaten in de natuur. In 1997 werd de eerste broed in de vrije natuur waargenomen. De vogels leggen hun eieren in december / januari zodat de jongen geboren worden aan het einde van de winter wanneer de gemsen en steenbokken door lawines verongelukken zodat er voldoende voedsel voor de jongen voorhanden is. Op dit moment wordt de populatie in de Alpen op 120 lammergieren geschat.
Aan de hand van het skelet is goed te zien hoe groot de spanwijdte van de lammergier is.
De wisent is samen de oeros de stamvader van alle runderen. De oeros is helaas uitgestorven maar de wisent werd gered door de fokprogramma’s in diverse dierentuinen.
De mannelijke steenbokken leven in de zomer gescheiden van de vrouwtjes met hun kroost. Reden hiervoor is dat de mannetjes de rangorde uitvechten. De sterkste man mag namelijk alle vrouwtjes van de kudde dekken.
De eland, bekend van de kerstman, is het meest verwant met de ree. De grootste vijand van de eland is de wolf. Door de grote hoeven kan de eland zich gemakkelijk voortbewegen in de modder en sneeuw. Tegen de wolf zijn zij deels bestand door deze te schoppen met hun zware en grote hoeven. Om die reden zijn de dieren ook gevaarlijk voor de verzorgers. Wanneer hun verblijf gereinigd moet worden kan dit alleen als de dieren op stal staan.
De visotter werd als “visrover” en gewild om zijn vacht rigoureus vervolgd met bijna uitsterving als gevolg. De Alpenzoo was de eerste dierentuin die er in slaagden in 1978 om de dieren in gevangenschap te laten jongen.
Het grootste landroofdier is een alleseter en eet overwegend planten. Vlees is slechts 1/3 van de beer zijn voeding. Beren houden een winterslaap en krijgen in het winternest hun jongen. De jongen zijn bij de geboorte zo groot als een rat en wegen slechts 300 gram. Na 3 maanden verlaten ze met de moeder voor het eerst het hol. Vanaf het 3e levensjaar gaat de berenfamilie uit elkaar. De mannetjes zijn veel groter als de vrouwtjes . De mannetjes leven solo. In Oostenrijk leven ongeveer 25 beren in het wild in het grensgebied van Niederösterreich met Steiermark en Kärnten. Uit Trentino, Italië komen de beren ook de grens over naar Tirol. Bijvoorbeeld JJ1 alias „Bruno“, 2006. Lees hier meer over op Wikipedia. Het Wereldnatuurfonds heeft een beren-beschermingsprogramma. Beren in de vrije natuur mijden de mens, In de dierentuin zijn zij niet zo schuw. De verzorgers mogen alleen het verblijf betreden als de beren in hun berenhuis zijn. Een direct contact met de beren kan dodelijk zijn.
Wij vonden de Alpenzoo een bezoek waard. Op onze website slechts een impressie van de dieren die wij zagen tijdens onze rondgang door de dierentuin. Niet alle dieren konden we goed fotograferen door de hekken of het glas van de verblijven.
We maken, ondanks dat we al meerdere keren in het oude centrum van Innsbruck waren, opnieuw een rondje door de Altstadt. Zie verslag winter 2017 en zomer 2021. Maar omdat we nog niet geluncht hebben gaan we eerst op zoek naar een gelegenheid om een hapje te eten.
Ondanks dat we al veel in Innsbruck waren, ontdekken we voor het eerst de Speckeria. Zoals de naam al aangeeft is dit een winkel welke allerlei soorten spek verkoopt. Je kan het zo gek niet bedenken of het is er. Daarnaast kan je in de winkel of buiten aan een tafel een brettljause eten.
We vinden binnen een tafeltje en bestellen een brettljause voor 2 personen. Zoals je ziet is dit hier een grote maaltijd naast alle spek, kaas en worst wordt er brood bij geserveerd. Het is zoveel dat we ’s avonds volstaan met een kleine snack. Op het houten bord ligt Schinkenspeck, Bauchspeck, Bündnerfleisch en ander gedroogd vlees van o.a. hert en wildzwijn.
Na de late lunch maken we een ronde door het oude centrum. Dit verveelt nooit.
In de zijstraten is het rustig. Bij het Goldenes Dachl en andere bezienswaardigheden een drukte van belang.
Bij veel straten is er een doorkijkje naar een binnentuin, die overigens wel allemaal afgesloten zijn.
De Hofburg in Innsbruck is een voormalig paleis van de Habsburgers. Oorspronkelijk een kasteel uit de late middeleeuwen, werd het in de vroegmoderne tijd uitgebreid tot een kasteel en was het de zetel van de Tiroolse vorsten en de residentie van verschillende leden van de dynastie tot de oprichting van de republiek in 1918. De residentie werd in 1460 gebouwd door hertog Sigismund van Oostenrijk aan de oostelijke stadswal. In de 18e eeuw werd het in rococo-stijl verbouwd door keizerin Maria Theresia van Bourbon-Sicilië. In de zuidvleugel liet ze een kapel bouwen ter nagedachtenis aan haar man, keizer keizer Frans II. Tegenwoordig huisvest het paleis een museum en is het deels voor publiek opengesteld.
We maken nog een rondje door de Altstadt.
Overal in het centrum zie je mooie gesmede uithangborden.
Na een geslaagde dag zoeken we de auto op in de parkeergarage en rijden terug naar de camping in het Zillertal.